Laatste blogupdate
Dumelaaaaaa, hier ben ik weer!
Eerst en vooral hoop ik dat iedereen gezond en wel ‘in zijn/haar kot zit’. De verspreiding van het coronavirus heeft sinds enkele weken geleden bij iedereen heel wat plannen in het water laten vallen.
Een weekje later dan bij jullie, kwam die zure regen ook in Zuid-Afrika aan. Dag na dag zagen jullie in België de situatie verergeren. De eerste lockdown-periode werd afgekondigd. In Zuid-Afrika was er op dat moment nog geen vuiltje aan de lucht. Pas op 15 maart, vanaf nu een datum die ik niet snel meer zal vergeten, kregen mijn medestudente en ik te horen dat ook wij zullen lijden onder deze globale pandemie. We werden verzocht het land zo snel mogelijk te verlaten. Mijn grote droom, mijn harde werk en mijn ‘once-in-a-lifetime-experience’ werden op één dag abrupt tot een einde gebracht. Echt veel tijd om na te denken hadden we niet. Er bleef voor mij slechts één optie meer over. Nadat we iedereen op de hoogte hadden gebracht van onze terugkeer en onze ‘gouden’ vliegtickets hadden geboekt, besloten we de drie overige dagen in dit prachtige land ten volste te benutten.
Op woensdag 18 maart verlieten Febe en ik met een neerslachtig, maar optimistisch gevoel de mensen en het land waar we een deeltje van ons hart hadden bij achtergelaten.
Om deze pijnlijke situatie een plaats te kunnen geven, schrijf ik voor jullie nog één laatste blogpost. Laat me dus toe om jullie nog éénmaal onder te dompelen in mijn avonturen van de voorbije maand
in Zuid-Afrika.

Ter gelegenheid van mijn laatste blogupdate, zal ik jullie eens begroeten zoals men het gewoon is
in Zuid-Afrika.
Hello, how are you?
*I’m fine, thank you! How are you?*
I’m fine, thank you!
Lees dit nu nog eens opnieuw, maar driedubbel zo snel. En minstens dertig keer na elkaar want dat is hoe het er daar aan toe gaat. Iedereen is er duidelijk wel erg vriendelijk, maar op het einde van de dag was ik toch wel uitgeteld van al deze begroetingen.
In de Zuid-Afrikaanse cultuur is het namelijk de gewoonte om altijd te vragen hoe het met de ander gesteld is, ook al luister je niet echt naar het antwoord. In het begin hadden de andere vaak al geantwoord op de vraag die ik nog niet eens gesteld had.
Dit was best wel grappig want dan had je het volgende gesprek:
Zuid-Afrikaanse leerkracht: “Hello, how are you?”
Ik: “I’m fine, thank you!”
Zuid-Afrikaanse leerkracht: “I’m fineeeeee!”
Ik met enige verwarring: “How are you? Ahnee wacht”
Maar wees gerust! Zoals de meesten mij wel kennen, is vlot communiceren voor mij normaal niet echt een probleem. De laatste weken rolde dit gesprek al over mijn lippen alsof ik het nog nooit anders gekend heb. Bereid jezelf dus maar al voor op onze eerste ontmoeting in België!
Lesgeven op z'n zuiders
Aangezien mijn focus de laatste weken van mijn avontuur meestentijds op het lesgeven lag, zal ik jullie eerst wat meer vertellen over mijn stage-ervaringen tot dan toe.
Over het algemeen kan ik meegeven dat alles best vlot verliep. Ik gaf de voorbije drie weken les aan één klas in de vierde graad (gelijkaardig met het derde/vierde leerjaar). Het oorspronkelijke plan om iedere week een andere klas over te nemen in de vierde, vijfde en zesde graad werd verworpen omdat ik vreesde diepgang te missen in mijn onderzoek m.b.t. de bachelorproef. Uiteindelijk was dit een erg goede beslissing en kwam alles tot een goed einde.
De band die ik met mijn klas in de vierde graad heb opgebouwd, is niet gemakkelijk te verwoorden in enkele simpele zinnen. Het enige wat ik kan zeggen is dat deze kinderen een plekje veroverd hebben in mijn hart. Jammer genoeg kan ik hen de komende weken niet meer tegen het lijf lopen op de speelplaats (Neem dit maar letterlijk, ik viel soms bijna op de grond door hun onverwachte dikke knuffels). We sloten onze leuke drie weken af met wat dans en gezang. Ik ben nu ook de trotse eigenaar van vele prachtige tekeningen. Het is toegelaten om jaloers te worden…

Mijn ta(a)lent
Samen maakten we dan ook vele herinneringen. Als ik ’s morgens de klas binnenging, werd ik eerst en vooral verwelkomd met een oorverdovende ‘Goeiemorgen, juf Lisa!’. Ja, dat lees je goed! Ik leerde mijn leerlingen uiteraard enkele Nederlandse woorden aan! Nadat ik met hen enkele basiswoorden had ingeoefend (meisje, jongen, ik ben…), vroeg ik eens aan mijn leerlingen wat ik moest vertalen. “A tree, a tree!” was het antwoord. Zonder enig vermoeden schreef ik het begrip ‘boom’ op het bord.
Nooit gedacht dat het mij zoveel kleine angstaanvallen zou opleveren. Het blijkt immers dat men de klank ‘oo’ niet zo goed kan uitspreken… Als mijn leerlingen dus over de speelplaats liepen en mij ergens in de buurt opmerkten, wilden ze natuurlijk tonen hoe goed ze tijdens mijn les opgelet hadden.
Stel je dus voor: Je wandelt rustig over de speelplaats op weg naar het bureau van de directeur. Wat in je gedachten verzonken, zet je even al je volgende taakjes op een rijtje. Onderweg merk je een twintigtal kinderen op en je lacht hen vriendelijk toe. Nietsvermoedend wandel je verder tot je opeens opgeschrikt wordt door een luidkeels geschreeuw in de vorm van het woord ‘BOEM’.
Nadat mijn hart weer tot rust is gekomen, besefte ik natuurlijk dat ze ‘boom’ bedoelden.
Altijd leuke, die taaltussendoortjes…
Het fijne is wel dat ik enkele kinderen ook heel wat moed kan inspreken met mijn gekke Nederlandse woorden en zinnen. Kinderen in de vierde graad zijn vaak nog erg onzeker als het aankomt op Engels spreken voor de klas. Als een leerling dus wat moed verliest, geef ik de hele klas de opdracht om héél erg luid ‘Ik ben sterk’ te roepen. Door een gevoel van verbondenheid en soort van innerlijke kracht worden de kinderen onmiddellijk meer zelfzeker en zijn ze bereid om voor de klas te spreken.
Jammer genoeg sluit er slechts een beperkte, Nederlandse woordenschat nauw aan bij hun taal. Hier spreekt men namelijk geen Zuid-Afrikaans, maar Sotho. Het is een taal die je niet in één, twee, drie onder de knie krijgt. Tot op de dag van vandaag ondervond ik nog geen taalproblemen of miscommunicatie vermits de kinderen vanaf de vierde graad al aardig Engels spreken.
De volgende drie stageweken zouden daarentegen wat meer Afrikaanse taalvaardigheden vereist hebben. De leerlingen in de derde graad spreken nog niet zo goed Engels en zouden mij dus niet altijd begrijpen. Ondanks dat het nu al lastig is om voortdurend te wisselen tussen Nederlands, Engels, Zuid-Afrikaans/West-Vlaams en soms Frans, zou het er niet op vergemakkelijken als Sotho daar ook nog eens bijkwam!
Gelukkig kende ik al één woordje dat mij in elke situatie uit de nood kon helpen en dat is ‘Robala’. Bij dit bevel leggen de kinderen automatisch hun hoofd op hun bank en trachten ze in slaap te vallen. Ik moet toegeven dat ik mijn lach niet echt kon inhouden toen ik dit voor de eerste zag gebeuren in de klas waar ik observeerde. Het is misschien wel niet écht heel leerrijk, maar het heeft wel zijn gewenst effect!
Om ons toch al wat in te werken en voor te bereiden op mijn drie weken stage in de derde graad, volgden Febe en ik ’s middags vaak taallessen ‘Sesotho’ bij de kinderen op de speelplaats. We vroegen hen om ons nieuwe dingen aan te leren dat we zouden kunnen gebruiken tijdens het lesgeven. De woorden zon, haar, appel, broek, aardappel, brooddoos en neus staan nu in mijn woordenlijst ‘Nederlands-Sesotho’. Ik weet wel nog niet hoe ik dit in mijn lessen kan integreren, maar wie weet komt het toch nog van pas!
Dit taalverschil zorgt niet enkel voor verwarringen in de klasomgeving. Ook in gesprekken met de directie leidt dit tot enkele gekke misverstanden. Telkens nadat ik de directeur een vraag had gesteld, zei hij ‘Chap chap’. Door mijn taalachtergrond klinkt dit als ‘chop chop’ waarna ik dus dacht dat ik mij moest haasten en dat hij wat geïrriteerd was.
Doordat hij dit steeds vaker op het einde van het gesprek liet vallen, stelde ik hem uiteindelijk na één maand toch al lachend de vraag: “Meneer, waarom heeft u nu opeens wel zo’n haast?”. Meneer S. viel helemaal uit de lucht en lachte uitbundig. “Me? In a hurry? Oh Lisa, I thought you knew me!”. Zoals ik wel vaker doe in ons Belgenland trok ik mijn ene wenkbrauw wat omhoog en hield ik mijn hoofd scheef. Ik begreep er helemaal niks van.
Na een ingewikkeld gesprek over het hebben van weinig tijd, maar toch erg weinig haast kwam de aap uit de mouw. ‘Chap chap’ betekent blijkbaar ‘Goed goed’…
Je zou haast denken dat hier zich toch een bepaalde tijdsdruk aan het ontwikkelen was…

Persoonlijke les-ervaringen
Buiten mijn ervaringen met de taalverschillen, leerde ik ook heel veel bij over de leerstof die ik moest aanbrengen. Tijdens een les ‘Personal and social wellbeing’ kwam het onderwerp ‘probleemoplossend denken’ aan bod. Aangezien ik maar weinig problemen uit de weg ga (wat ik soms wat meer zou moeten doen), ging ik ook deze uitdaging aan om hiervoor een visuele voorstelling (t.a.v. mijn bachelorproef) te creëren. Zo kwam ik uit op dit ‘Problem solving wheel’.
Ik weet niet of ik dit al eens vermeld heb, maar deze school biedt onderwijs aan 1500 leerlingen. Wetende dat in de Belgische scholen gemiddeld 400 leerlingen ingeschreven zijn, is dit dus een erg grote school. Tijdens de middagpauze zijn de kinderen voor een halfuurtje volledig vrij om te doen waar ze zin in hebben. Ongeacht het feit dat ‘The St Mary Primary School’ middenin een township is gelegen, mogen alle kinderen de school verlaten. Er staat ook geen enkele toezichter op de speelplaats die een oogje in het zeil houdt of mogelijkse (kinder)ruzies helpt oplossen.
Daarom kwam ik op het idee om dit ‘problem solving wheel’ op te stellen in samenwerking met mijn kinderen. In het vervolg kunnen de kinderen op de speelplaats zich naar dit ‘wiel’ begeven en een poging wagen om zelfstandig een discussie/ruzie op te lossen.
Ik gaf vorige week ook les over de synoniemen en deze week opvolgend over de antoniemen. Hiervoor maakte ik samen met de leerlingen aan de hand van interactieve activiteiten de volgende ‘piramides’ tijdens de les. Dit is iets wat de kinderen hier voordien absoluut niet gewoon waren om te doen.
Het is opmerkelijk om te zien hoe snel hun leerprestaties stijgen na het aanbrengen van deze visualisaties in de klas. Vele kinderen kunnen sneller verbanden leggen tussen verschillende hoofdstukken van de leerstof en dus sneller de materie verwerken. Het is ook een hulpmiddel op lange termijn doordat alles aan de klasmuren wordt opgehangen. Kinderen kunnen er dus steeds naar teruggrijpen indien nodig.
Het lesgeven ging dus erg goed, maar was soms ook wel lastig door het grote aantal leerlingen in één klas. 25 sloebers samen was al véél, 52 is een beetje té veel… Differentiëren is bijna onmogelijk en anders erg oppervlakkig. Interactieve activiteiten uitvoeren is ook niet altijd even gemakkelijk want in één les kan ik jammer genoeg niet alle leerlingen aan bod laten komen. Ik heb namelijk niet de hele dag tijd. Oké eigenlijk wel, maar je begrijpt wat ik bedoel.
Onze directeur geeft ook zelf aan dit een probleem is dat in bijna alle Zuid-Afrikaanse scholen voorkomt. Door een ongelijke verhouding tussen leerkrachten/schoolvoorzieningen en leerlingen is dit de enige oplossing om zoveel mogelijk kinderen onderwijs aan te bieden.
Bovendien verbeterde ik onlangs ook een Engelse toets van de kinderen in mijn klas. Meer dan de helft van de leerlingen haalde niet eens genoeg punten om überhaupt te slagen. Extra zorg aanreiken aan kinderen die dit écht nodig hebben, is hier geen mogelijkheid.
Ik moet eerlijk toegeven dat mijn hartje toen wel een beetje brak. Uiteraard wil je als leerkracht altijd dat al jouw leerlingen de leerstof onder de knie krijgen.
Nadat ik dit even had aangekaart bij mijn mentor (die op dat moment door omstandigheden nog niet echt op de hoogte was van het probleem) kregen heel wat kinderen een herkansing. Wat een opluchting… De kinderen scoorden uiteindelijk aanzienlijk beter.

Ondanks dat ik even mijn lichte ‘ongenoegen’ over enkele stage-ervaringen heb geuit, vertel ik jullie graag ook nog enkele hoogtepunten. Op een maandag was ik bijv. volop bezig met het uitleggen van een plaatselijk weerbericht met een bijhorende legende. Toen ik één van mijn leerlingen vroeg om het weer van die bepaalde dag te beschrijven, zei hij luid en duidelijk: “Cloudy and very cold, miss!”. Even ter info: Het was op dat moment 25°C…
Ik deelde hen dan maar meteen mee dat dit voor ons al héél mooi weer is. Best wel een grappig moment.
Diezelfde dag, tijdens een les ‘Personal and social wellbeing’, was ik nietsvermoedend aan het vertellen over het belang van zelfzorg. Opeens roken enkele leerlingen, waarna ook ikzelf, een sterke brandgeur. Daar er toevallig één lesperiode afgelopen was, ging op dat ogenblik ook een luide bel (in Zuid-Afrika: het geluid van een brandalarm). Door de combinatie van een brandgeur, rook in de lucht en het horen van een brandalarm kwam er maar één iets in mij op, namelijk EVACUEREN! Ik wou écht niet met vuur spelen…
Laten we zeggen dat mijn vurige bezorgdheid net op tijd werd geblust door mijn mentor die net de klas kwam binnengewandeld. Nabij de school was men blijkbaar afval aan het stoken waardoor zich een opvallende rookgeur over de school had verspreid. Net op het nippertje een gênant moment vermeden dus. Ik had jullie gewaarschuwd dat dit nog eens zou gebeuren.
Over vuur gesproken… Vorige week werd er voor de jongsten van de school een muziekband uitgenodigd en zij waren écht ON FIRE! Prachtige muziek weerklonk op de speelplaats van Grade R (kleuters) tot Grade 3. Een volledig orkest van violen, cello’s, contrabassen en gitaren entertainde de kinderen gedurende enkele uren. Het was heel erg fijn dat wij hier van konden meegenieten. Alhoewel dat de vragen van de muzikanten waarschijnlijk iets te hoog gegrepen waren voor deze leeftijdsgroep, staken de leerlingen er toch heel wat van op.
Spijtig dat ik hiervan geen geluidsfragmenten kan laten horen! Alvast véél beter dan mijn gezang in de badkamer.

Na deze muzische activiteit was het lunchbreak. Wanneer we over de speelplaats wandelen, besloten Febe en ik om eens een kijkje te nemen naar de talrijke winkeltjes die zich op het binnenplein opgesteld hadden. Eigenlijk doet men dit elke dag, maar het was de eerste keer dat we eens wat tijd over hadden om dit van dichterbij te ontdekken. Op een vijftal tafeltjes werden allerlei verschillende soorten chips, frisdranken, ‘vetkoek’ (typisch Zuid-Afrikaans gerecht, vergelijkbaar met oliebollen) en andere zoetigheden uitgestald en verkocht tegen lage prijzen. Wat gek om te zien want dit strookt helemaal niet met het schoolbeleid rond gezonde voeding op onze scholen. Wij raden al dit snoepgoed eerder af terwijl men dit hier à volonté wenst te verkopen. Een onverwachte tegenstelling tussen culturen, maar o zo leuk om eens van te proeven!
Naast de zoete tussendoortjes hier op school, worden we hier ook verwend tijdens de lessen. Het bord afvegen, krijtjes halen, de klas vegen, de banken rechtzetten en alle andere taakjes die een leerkracht op zich dient te nemen, worden hier overgenomen door de leerlingen. Ook in België helpen de kinderen vaak (vrijwillig) bij deze karweitjes, maar ze kijken er niet van op als je het eens zelf doet. Hier is het eerder een teken van respect dat de kinderen deze taken op zich nemen. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er absoluut niets op tegen, doch voelt het soms nog wat ongemakkelijk. Op het einde van mijn lesmomenten ‘vechtten’ sommige leerlingen bijvoorbeeld om mijn lesmateriaal en boekentas naar het bureau te dragen. Ook al kan ik perfect alles zelf dragen, uit teken van respect (zowel langs mijn kant als die van hen), liet ik me ‘bedienen’. Beeld je dus maar in dat ik na mijn lessen over de speelplaats liep met minstens drie kleine bodyguards naast me die elk één van mijn boeken, mijn pennenzak en mijn drinkfles droegen tot aan het bureau van de directeur. Je hoort me zeker niet klagen, maar ik mag ook niet teveel gewoon worden hé!
Om de verhalen rond mijn stage voorlopig af te ronden, sluit ik af met een korte tip omtrent computerlessen. Ondanks dat de kinderen enorm apprecieerden dat we deze computerlessen voor hen georganiseerd hadden, is er wel één iets waar je zeker rekening mee moet houden in Zuid-Afrika. Misschien kijk je best op voorhand wanneer het ‘load shedding’ is. Dit is namelijk een periode waarop alle elektriciteit in een bepaald gebied voor enkele uren wordt afgesloten. Belangrijk om te weten dus want computerles geven zonder elektriciteit is niet zo praktisch.


Uiteindelijk hebben we op het einde van onze buitenlandse stage toch heel wat kunnen realiseren, ondanks het feit dat we eerder huiswaarts moesten keren. De effectieve realisaties zal ik pas later aan jullie kunnen onthullen…
Culturele ontdekkingen
De dag dat ik uiteindelijk weer in België aankwam, was oorspronkelijk de dag dat ik in Kaapstad zou toegekomen zijn. Deze reis werd jammer genoeg geannuleerd. Gelukkig hebben we nog veel andere fantastische, culturele festiviteiten en activiteiten kunnen meepikken!
De voorbije zeven weken had ik de tijd van mijn leven. De pagina met hoogtepunten zou dus in feite helemaal vol kunnen staan! Daarom koos ik voor jullie enkele kiekjes uit waarvan ik zeker weet dat deze mij het langst zullen bijblijven.
P.S.: Al de foto’s van de dieren in het wild werden getrokken op onze privé safaritocht, weliswaar drie uur voor ons vliegtuig naar België zou opstijgen. Als ik zeg dat ik écht alles uit mijn laatste dagen wou halen, dan mag je dat best letterlijk nemen!
Hieronder alvast enkele foto’s. De bijhorende verhalen vertel ik je liever in het echt!



















Maak jouw eigen website met JouwWeb